vrijdag 27 september 2019

Herfst, paddenstoelentijd

Het weer is sinds vorige week omgeslagen en nu zijn de herfstbuien aan de beurt. En daarmee komen ook weer de paddenstoelen uit de grond.
De fraaie inktzwammen, zoals de Geschubde inktzwam groeien volop op de grasstroken langs de weg en paden:
 
Kleine paarse steelzwammetjes groeien tussen het verrotte hout, nauwelijks enkele centimeters groot:
 
Witte bolvormige paddenstoelen worden aangevreten door slakken:

vrijdag 20 september 2019

Fort Sabina, het best bewaarde geheim in Brabant

Tijdens de Open monumentendag bezocht ik het Fort Sabina.
Wat een ontdekking!
Geen overgebleven stapel stenen, waar ooit wat verdedigingsbouwwerken hebben gestaan. Nee, een heus fort met twee verstevigde gebouwen, ondergrondse gangen en een gracht.
Het is fort Sabina Henrica, een kustverdedigingswerk gebouwd in 1811.
 
In 1809 wilden de Fransen hun kunstverdediging versterken, nadat de Engelsen tijdens de Walcherenexpeditie waren binnengevallen. Napoleon gaf opdracht tot het bouwen van twee forten; één op de oostpunt van Oostflakkee bij Ooltgensplaat met de naam 'Duquesne' (nu Fort Prins Hendrik) en de ander aan de overkant van de Volkerak, die eerst 'De Ruijter' heette, maar later naar de Sabina Henricapolder is vernoemd.
 
Het fort bestond in deze tijd uit een aarden wal in de vorm van een vijfhoek met hierin een stenen toren. Op begane-grondhoogte was een woonruimte met daaronder kelders voor buskruit en levensmiddelen.
Rond 1881 werd het fort verder uitgebreid en gemoderniseerd.
 
Het is verbijsterend dat zo’n mooi groot fort zo dichtbij van de Randstad is en vrijwel onbekend.



zondag 15 september 2019

Natuur om de hoek

Ik voel me erg bevoorrecht, dat ik in een deel van de stad Rotterdam woon, waar alle natuur in handbereik is.
Onlangs werd nog gesteld dat het gebied waarin ik woon een zeer slechte luchtkwaliteit heeft door de enorme luchtvervuiling. Soms merk ik dat wel, als ik achter een brommer aan fiets, maar vaak kies ik een route door het groen.
Amper een half uurtje rijden ben ik in het deltagebied van de Rijn en Maas. Met wulpen, lepelaars, tureluurs en andere waadvogels in en bij het water. ’s Winters volop ganzen op de velden en in de Grevelingen tientallen flamingo’s.
Ook op loopafstand van mijn huis zijn ijsvogels te spotten. En ganzen die de fietspaden blokkeren. Met een beetje pech poept een ooievaar op je hoofd, want ze zitten het liefst op een hoge lantaarnpaal.
 
Ik heb slechts een klein stadstuintje, maar het is een feest als een troep mussen zitten te ruziën en tjilpen in mijn boom. Ja, dan voel ik me echt bevoorrecht!

vrijdag 6 september 2019

Proost op de herfst

Mijn blog gaat onder andere over het ontdekken van natuurpareltjes tussen de stenen. En van de week vond ik dit: kleine aardappelbovisten. Gespot in het achterpad.
Ik noem ze ‘plofpaddenstoeltjes’, omdat ze bij rijpheid open ploffen, als je erop gaat staan. Zo verspreiden zij hun sporen.

 
Op 1 september is de herfst begonnen volgens de weerkundigen. Zelf hou ik aan de ‘ouderwetse’ datum: 21 september. Dit jaar is het weer wel omgeslagen begin september en kondigt daarmee de herfst aan.
Ondanks de droogte van de afgelopen tijd zijn er alweer paddenstoelen te vinden:

zondag 1 september 2019

Lummelende lepelaars

 Wat is het verschil tussen slikken en schorren?
Dat vraag ik me af, als ik langs de waterrand van het Slaak, een afgedamd gedeelte van de Oosterschelde, wandel.
Ik zie dat het lamsoor een paarse gloed heeft en spot tussen de planten ook zeekraal. Het blijkt dat dit deel schor wordt genoemd; het is wel begroeid met zoutminnende planten en slechts bij stormvloed staat het hier onder water. Het groen wordt doorsneden door kreken, slootjes en greppels. Tegen de dijk aan blijft het zelfs met zeer hoge vloed droog.
 
Een slik daarentegen valt alleen bij eb droog en daardoor kunnen de meeste planten er niet groeien. Toch kan zeekraal op het naakte slik groeien.
 
Hier op de scheiding van land en water is het voor de vogels een eldorado. Lepelaars kuieren er rond in het ondiepe water. Ze loeren op beestjes, zoals garnaaltjes. Op het land staan ze wat te suffen. Sommige poetsen met hun snavel hun veren. Knap hoor, hoe ze met zo’n onhandige gevormde snavel toch hun rugveren kunnen oppoetsen. Met zo;n lange snavel kunnen ze wel gemakkelijk bij hun staart komen.
 
 
Aan de andere kant van de Philipsdam, aan de zijde van de Krammer, is er geen eb en vloed. Daar ontwikkelt de rivierkant in een bosachtig gebied, dat kort wordt gehouden door grazende paarden. Hier groeit de duindoorn, dat goed bestand is tegen de wat zoutere lucht en kalkrijke omstandigheden.