dinsdag 29 april 2014

Stil bij Blauweregen

De Blauweregen hangt als een geurende, lichtpaarse wolk boven mijn schuur. Iets vroeger deze lente door de zachte winter.
Maar wat is het stil! Voorgaande jaren zoemden bijen en hommels van bloem tot bloem en dit jaar niet. Aan de bloemen ligt het niet, ze geuren heerlijk zoetig. De Blauweregen heeft voor zijn voortplanting geen insecten nodig, maar de insecten wel de nectar van de Blauweregen.
Het valt me dit jaar wel op dat het stil is in mijn tuin; af en toe een verdwaalde hommel of bij. En soms een wolzwevertje.

zaterdag 19 april 2014

Wolzwevertje warmt zich op

Twee wolzwevertjes zitten tegen de schutting in de vroege lentezon; ze warmen zich op alvorens ze van bloem tot bloem op zoek gaan naar lekkere nectar. Ze halen dat als een mini-kolibrietje al vliegend met hun lange snuit uit de bloem. Pinksterbloemen zijn nu erg geliefd.
Door hun beharing hebben ze een ‘wollig’ uiterlijk. Voor mensen zijn ze ongevaarlijk. Als larve leeft hij van de larven van solitaire bijen en wespen in ondergrondse nesten.

dinsdag 15 april 2014

Bloesem in de wijk

Half maart begon de bloesem in de wijk te bloeien. Eerst de roze-witte Magnolia.


Daarna de donkerroze magnolia en de witte ster-magnolia:

En dan spetterend in diverse kleuren, de Japanse sierkers (Prunus).
 

dinsdag 1 april 2014

Onverwoestbare Paardenstaart

Legoplantjes noem ik ze, doordat ze makkelijk uit elkaar in kleine stukjes zijn te halen. Alleen terug in elkaar zetten, gaat niet meer. Ze heten officieel Paardenstaarten. Het zijn hele oude plantensoorten. Hun glorietijd was in het carboon, nog voor de komst van de dino’s. Sommige soorten konden wel twintig meter hoog worden.
De planten die ik ontdek langs de kant van de weg, zijn niet groter dan 50 cm. Het is de Heermoes, die begin lente verschijnt met bleekroze sporenaren, zonder bladgroen. Ze zijn goed bestand tegen veel chemicaliën en komen voor langs onder andere wegranden en spoorwegemplacementen. Het is een onverwoestbaar plantje, dat moeilijk uit een tuin valt schoffelen.
Zijn volksnaam is Roobol, dat ruw onkruid betekent. Wordt ook wel Akkerpaardenstaart genoemd of Unjer, dat duivel betekent.
Er zijn wereldwijd nu nog 16 soorten Paardenstaarten bekend, waarvan acht in Nederland, waaronder ook Lidrus, Holpijp, bos-, reuzen- en bonte Paardenstaart.