donderdag 28 april 2016

Op jacht naar Zeearenden met “Joop je mond staat oop”

Na het spotten van Flamingo’s, werden we geattendeerd door boswachters dat er een stuk of zes Zeearenden te zien waren bij het haventje van Oude Tonge. Die middag konden we het haventje niet vinden, maar we kwamen wel terecht bij het strandje langs de Noorder Krammer.
 
Alhier zagen we Dodaars en Geoorde futen, ook geen alledaagse vogels.
 
De volgende poging kwamen we wel terecht bij het haventje van Oude Tonge. Veel, heel veel Meerkoeten en Ganzen; zelfs de eerste Tjitjaf van het jaar gehoord en gezien, maar geen Arenden.
 
Tijdens een mooie voorjaardag lunchen we bij het strandje van Ooltgensplaat. En hier worden we aangesproken door ene Joop en zijn vrouw, ze geven ons de tip om een kijkje te nemen in de vogelkijkhut ‘De Kluut’ aan de andere kant van de Hellegatsplaten.
En daar waren later Joop en zijn vrouw ook. In de verte drie roofvogels.
‘Ja, dat zijn ze’, vertelde Joop.
‘De een is volwassen, dat kun je zien aan de witte staart. De andere twee zijn wat jonger. Eén heeft een gat in z’n linkervleugel, waarschijnlijk zit een veer niet goed.’ Zo babbelde hij voort.
Het hoogtepunt kwam voot ons toen een Zeearend aan het strandje van het eilandje ging zitten eten van een dode vis, dat daar lag. Weliswaar nog ver weg, maar toch goed genoeg om foto’s te maken.
 
Joop bleek een gezellige causeur te zijn en toen hij zich aan ons voorstelde zei hij: ‘Mijn vrienden zeggen altijd: Joop je mond staat oop’.
Ach, waren er maar meer van dat soort mensen. Zonder Joop hadden we de Zeearenden voor Buizerds aangezien.