zondag 11 oktober 2020

Stinkzwammen maken hun naam waar

Ik heb er een neus voor gekregen..

In het begin dacht ik nog: wat ruikt het hier raar in het bos. Maar nu weet ik: oh, dat zijn stinkzwammen.

Als je eenmaal de vieze geur hebt geroken, dan kan je al van verre deze zwammen ontdekken.

Stinkzwammen beginnen als een soort ‘ei’, ook wel duivels- of heksenei genoemd. Als ze in volle glorie omhoog staan, verspreiden ze een soort aasgeur, waar vliegen op af komen. Na het verspreiden van de sporen, liggen ze slap op de grond; het verval is begonnen.


vrijdag 4 september 2020

Stampersgat Meekrapdurp

Stampersgat, wat een naam!

Het klinkt als een gehucht waar niks te beleven valt. Maar wie verder kijkt dan naar de naam, ontdekt een hele interessante geschiedenis.
 
Ad perpetuam rei memoriam  = ter eeuwige gedachtenis
Stampersgat is zo genoemd naar de stampers, de arbeiders die in de meekrap in­dustrie werkzaam waren.
Meekrap werd al in 1500 voor Chr. verbouwd om er een verfstof uit te winnen, met name in Zuid-Azië en Egypte. Vanaf de 13e eeuw komt meekrap in Nederland voor, vooral op de goed bemeste kleigronden in het zuidwesten van het land.
 
Meekrap
De plant wordt 60-90 cm hoog en heeft kleine gele bloemen. In de grond bevinden zich wortels die 50-100 cm in de grond steken. Na drie jaar worden de wortels gedolven in de herfstmaanden. Dit delven was zwaar en lastig werk en werd gedaan door ervaren, sterke mannen, meestal arbeiders die ter plekke woonden, aangevuld met trekarbeiders.
Beeld ter ere van de Meekrapwerkers
De wortels werden daarna opgeslagen in meekrapstoven, die in de onmiddellijke nabijheid van de meekrapvelden waren gelegen.
Een meekrapstoof bestond uit drie gedeelten: een schuur voor opslag; een droogtoren met oven voor snelle droging en een stamphuis waarin de wortels werden verpulverd met behulp van grote stampers die met paardenkracht werden aangedreven. Vanwege de hoge investeringskosten hadden meerdere boeren samen één meekrapstoof, een zeer vroege vorm van landbouwcoöperatie.
Stampersgat bezat twee meestoven, wat aangeeft dat er heel veel meekrap verbouwd werd. Niet alleen de plaatsnaam herinnert aan de meekrapcultuur, maar ook tijdens carnaval wordt Stampersgat het Meekrapdurp genoemd.

Uit de meekrap werd de een rode kleurstof gewonnen, gerancine (van het Frans: la garancine = meekrap). Nadat in de 19e eeuw een kunstmatige kleurstof werd uitgevonden, was dit het einde van de meekrapcultuur. Gelukkig vond men echter compensatie in de opkomende suikerbietencultuur.
 
Suikerbieten Gastelsche Beetwortelfabriek
Voor Stampersgat betekende dit dat in 1866 de NV Gastelsche Beetwortelfabriek werd opgericht. Hier was van 1881 tot 1903 Jan Frederik Vlekke directeur. Hij was heel sociaal en voerde een christelijk-sociaal beleid in bij de 600 werknemers.

In 1908 wordt ‘de Gastelsche’ overgenomen door NV Algemeene Suikermaatschappij (VCS) die later weer opgaat in de Suiker Unie en bestaat ook tegenwoordig nog als suikerfabriek ‘Dinteloord’. 



donderdag 6 augustus 2020

Côte d’Azur in Zeeland


Het lijkt op de Côte d’Azur: blauwe lucht en water en een wit strand.

Tenminste als het vloed is, bij eb valt er een groot deel droog met een pruttige bodem als resultaat:


Het is bij een strandje langs de Oosterschelde in Zeeland. Bijzonder zijn de grote, soms roestige dingen die het en der verspreid liggen.

Een souvenirtje van onze oosterburen van 80 jaar geleden? Nee, het blijkt van recentere datum te zijn.

Op een informatie staat dat  er van 1959 tot 1985 hier een scheepssloperij gevestigd was van Marinus van de Marel. Op het bord is een doorzichtige afbeelding geplaatst, die laat zien hoe het hier vroeger heeft uitgezien.



Het was het dorp Viane met een haventje en een kapel. Vanuit hier was een veerverbinding naar Stavenisse. Na de watersnoodramp van 1952 bleef er vrijwel niets van het gehucht over.
Na de watersnoodramp werden dit soort muurtjes geplaatst

zondag 5 juli 2020

Buitelende Bruine Kiekendieven

Het is linksaf op de rotonde bij Zwartewaal (komende vanuit het oosten): een prachtig natuurgebiedje, letterlijk onder de rook van Europoort. Het natuurpareltje Holle Mare.
Holle Mare was eeuwen geleden een verbinding tussen de Maasmond en het Haringvliet (Mare = watergang).
 
 
Aan het begin van het gebied staat de romp van de poldermolen De Vierpolders. In de 18e en 19e eeuw gebruikt om het water uit de polder te pompen. Het is nu een prachtig woonhuis.
 
 
Om het gebied is een struinpad aangelegd, maar vanaf de slingerende dijken krijgen we een prachtig uitzicht over de uitgestrekte rietvelden, de bloemrijke graslanden en de oude kreek.


 
Ook van de zuidelijk gelegen dijk, genaamd Verloren Kostdijk, is een goed overzicht op het gebied. Ten zuiden hiervan ligt het gesloten natuurgebiedje De Derryvliet. Dit staat via een pijp onder de dijk door in verbinding met de Holle Mare.
 
Terwijl de karekieten hun naam luidkeels vanuit de rietkragen roepen, buitelen de Bruine Kiekendieven boven het riet.

woensdag 6 mei 2020

Kaalslag Van Brienenoordeiland

Het was wel even schrikken.
We wisten dat het ging gebeuren; het eiland Van Brienenoord krijgt een opknapbeurt. Het moet een echte wijkpark worden. Het zal wel ‘heel mooi’ worden, ergens in de toekomst, volgens de voorspellingen van de plannenmakers.
Voorlopig is het voor natuurliefhebbers ‘huilen’ geblazen op het Van Brienenoordeiland.
Maar dat het zo’n enorme kaalslag zou zijn? vreselijk!
 
Waar in het vroege voorjaar de kersenbloesem welig bloeide, heeft een enorme kaalslag plaatsgevonden.
 
Onder deze boom stonden in de herfst aardsterren: 
 
Gelukkig is aan de noordkant het ‘piratenstrandje’ nog gebleven. Hopelijk kijken de plannenmakers niet verder dan hun neus lang is en ontdekken ze dit stuk niet om dat ook op te knappen. Zodat dit stukje wilde natuur nog lang mag blijven bestaan. Voor kinderen die hier lekker mogen rondstruinen.

woensdag 26 februari 2020

Eerste en laatste sneeuw van deze winter?

De eerste sneeuwbui van deze winter 2019/2020 heeft de krokussen wat laten verleppen.

Ze verlangen, net zoals ik, naar een lekker voorjaarszonnetje.
Ook de eerste bijen en hommels willen een zon. Voor hen zijn de sneeuwklokjes en krokussen ideaal als voedselbron.

vrijdag 31 januari 2020

Macro opname van Rood heidestaartje

Er is een plek op de heide van Zoomland, waar tal van korstmossen welig tieren, onder andere het rendiermos en bekermos.
 
In eerste instantie vallen de kleine bekertjes niet op, maar eenmaal een rood puntje gespot, valt mijn oog op meerdere.
Het is het Rood heidestaartje:
Deze rode puntjes zijn kleiner dan een luciferkopje en ze verschijnen op de bovenrand van de bekertjes.
Uit deze lakrode puntjes of knobbeltjes komen kleine korreltjes, de sporen, waaruit zich weer nieuwe schimmeldraden ontwikkelen en daarmee nieuwe korstmosjes.