donderdag 13 februari 2025

De wieg van Nederland

Kippenvel kreeg ik toen het scherm omhoog werd getrokken en ik om de vergadertafel kon lopen. Dit gebeurde in de zaal van het voormalige Augustijnenklooster in Dordrecht, tegenwoordig het museum Hof van Nederland. Eerst werd een film getoond over de gebeurtenissen rond de vergadering op 19 juli 1572. Het was een historisch drama over de Eerste Vrije Statenvergadering – de bijeenkomst waar de basis werd gelegd voor een onafhankelijk Nederland. Dit was dus de plek waar ons land als het ware werd ‘geboren’.

Het museum Hof van Nederland gaf een mooie kijk op de ontwikkelingen die leidden tot het ontstaan van Nederland. Het gebouw was vroeger een klooster, maar later werd het gebruikt als bestuurlijk centrum van de Staten van Holland en West-Friesland.

Mijn dagje Dordrecht begon in het historisch museum Huis van Gijn. De rijke bankier, verzamelaar en historicus Simon van Gijn (1836-1922) liet na zijn dood zijn woonhuis en uitgebreide collectie na aan de stad, met de wens dat het als museum bewaard zou blijven. De kamers zijn in authentieke stijl ingericht, met originele meubels, kunstwerken, porselein en een grote verzameling speelgoed. Ook is er een indrukwekkende boekencollectie en een historische keuken. Het museum geeft een inkijkje in het leven van de gegoede burgerij in de 19e en vroege 20e eeuw. Wat een rijkdom! En dan te bedenken dat een dienstmeisje na een jaar hard werken eindelijk eens een dagje vrij mocht nemen.
Bijzonder vond ik de originele wandtapijten. Wat een werk moet het zijn geweest om die te maken!

Wandtapijt Museum Huis van Gijn


Groothoofdspoort

Altijd een indrukwekkende toeristische plek: het Groothoofd, waar de drie grote rivieren Beneden-Merwede, Noord en Oude Maas samenkomen. De poort dateert oorspronkelijk uit de 14e eeuw, maar kreeg zijn huidige vorm in de 17e eeuw. De Renaissance-gevel, versierd met een timpaan en beelden, en het beeld van de Maagd Dordrecht bovenop, maken het een prachtig bouwwerk. 

vrijdag 17 januari 2025

Carnisse en Rhoonse Grienden: Een Winterse Ontsnapping

Onder de rook van de drukke stad Rotterdam, waar het leven nooit stilstaat, ligt een verborgen pareltje: de Carnisse en Rhoonse Grienden. Dit charmante natuurgebiedje lijkt zich te hebben verstopt, alsof het even pauze wil nemen van het jachtige stadsleven.

Na maanden van grijs en grauw weer was daar het januari-zonnetje. Een dun laagje nachtvorst had het eerste stuk van het wandelpad omgetoverd tot een glibberige uitdaging, maar dat mocht de pret niet drukken. 


Het was er opvallend stil, afgezien van het tevreden geronk van binnenvaartschepen die hun weg over de Oude Maas vervolgden. 

Daar in het zonnetje, alsof hij in de spotlight stond, zat een ijsvogel. Zijn heldere blauwe veren leken bijna te gloeien in het licht.

De wilgen waren pas geknot, hun takken lagen keurig samengebonden.
Het gebied ademt nog steeds historie; een uniek griendennatuurgebied, waar eb en vloed vrijelijk kan stromen dankzij de directe verbinding met de Oude Maas. 

In dit getijdengebied groeien van oudsher riet, biezen en wilgen. Eeuwen geleden waren deze natuurlijke materialen goud waard: ze werden gebruikt voor dakbedekking, manden en allerlei andere toepassingen. Vanaf de 17e eeuw werden de grienden gecultiveerd om de opbrengst te maximaliseren.  

Tegenwoordig mag de natuur weer wat meer haar gang gaan. Alleen de wilgen langs de paden worden nog netjes geknot, terwijl de rest vrijuit mag verwilderen. Het resultaat is een prachtig landschap waar historie en natuur elkaar omarmen – een plek waar de tijd even stilstaat en een ijsvogel je dag helemaal compleet maakt.

donderdag 9 januari 2025

Groenblijver in de winter


Aan het einde van de zomer is het een gezoem van jewelste als wespen de bloempjes van de klimop bezoeken. In de winter zijn de bloemen verandert in bessen. Eerst zijn de kleine besjes nog groen, later kleuren ze blauwzwart en dan zijn ze geschikt om op te eten door vogels, o.a. lijsters, spreeuwen en duiven. Vogels eten ze pas als de andere, smakelijkere bessen op zijn. Zo kunnen de zaden verspreid worden.

Hoewel de klimop bessen produceert, is ze niet afhankelijk van vogels voor voortplanting. De plant kan zich namelijk ook vegetatief voortplanten door middel van hechtwortels. Met deze wortels kan de soms meterslange stengel zich vasthechten aan bomen, muren en rotsen. Sterke bomen worden hierdoor niet geschaad, sommige soorten lijken er zelfs beter door te groeien.

De dichte begroeiing die klimop vormt, biedt een ideale schuilplaats voor diverse vogels, kleine zoogdieren en insecten. Pas na een groeiperiode van minstens 8 tot 10 jaar en op een beschutte, warme plek komt de klimop tot bloei. Opvallend is dat de bladeren van de klimop bij de bloemen een andere vorm krijgen. Dit komt door een proces van enzymen en hormonen.

De Latijnse naam "Hedera helix" betekent letterlijk 'spiraalvormige klimop', een zeer accurate beschrijving vanwege de manier waarop de stengels zich omheen objecten winden.

donderdag 2 januari 2025

Eindejaars Plantenjacht 2024

De Eindejaars Plantenjacht van FLORON? Daar doe ik natuurlijk weer aan mee!

FLORON organiseert elke winter de Eindejaars Plantenjacht. Van Kerst tot 3 januari gaan plantenliefhebbers op zoek naar bloeiende planten en kunnen deze noteren op hun website. 
Ook ik doe mee, net als vorig jaar, met de challenge om bloeiende planten te tellen. Het is een goede manier om nog enige kleur te ontdekken in de natuur.
Het is een mooie manier om de natuur in de winter te ontdekken en te zien welke planten er ondanks de kou toch nog bloeien.

Tijdens een grijze ochtend ga ik wandelen langs de Oldegaarde. Eerst zie ik alleen brandnetels en dan zie ik het eerste bloeiende madeliefje met zijn kleine, witte bloempje en geel hartje. In het gras staan er nog meer. Eenmaal een bloeiend plantje gevonden, volgen er meer. Een paardenbloem zag ik ook, maar hij hield zijn bloem angstvallig gesloten; het is toch te nattig voor hem. Fluitenkruid begint ook al omhoog te komen, maar nog geen bloemen. Zijn bloeitijd is in april en mei.

Tijdens mijn ‘grijze’ rondje langs het Zuiderpark kwam ik tot het volgende resultaat:
Madeliefje (Bellis perennis)
Akkerdistel (Cirsium arvense)
Duizendblad (Achillea millefolium)
Rode klaver (Trifolium pratense)
Witte dovenetel (Lamium album)
Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris)
Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)
Knoopkruid (Centaurea jacea)
Gewone Engelwortel (Angelica sylvestris)
Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus)

Mijn oogst dit jaar: 10 soorten.
Het was weer een leuke en leerzame ervaring.