Met een
hoog schrillend geluid vliegt’ie weg over het wateroppervlakte: het
ijsvogeltje. Net op tijd heb ik een foto kunnen maken.
Vorige
maand zag ik hem al zitten op de kade bij het voormalig haventje aan de
Oosterschelde. Toen zat hij zich op te warmen in de ondergaande zon. Nu was’ie
er weer. Voordat ik er een foto van kon maken, vloog hij naar een drooggevallen
rotsblok. Daar kon ik hem wel ‘schieten’. Wel in de verte, maar toch. Ik ben er
blij mee.
De
Oosterschelde begint droog te vallen en op de wad-achtige delen krioelt het van
de vogels. Te ver weg om zelfs met een telescoop te zien welke vogelsoorten het
zijn. Scholeksters zitten wat dichterbij en zijn zo goed te identificeren. Ook de
wulpen met hun lange, kromme snavel zijn makkelijk te ontdekken.
Iets dichterbij
scharrelen tureluurs hun kostje bijeen:
Steenlopertjes
foerageren langs de waterkant en tussen de schelpen:
Deze
frisse, zonnige dag wordt afgesloten met een deel van een regenboog: