Op het
parkeerplaatsje bij de Sassenplaat werden we begroet door een blatende mannetjesschaap.
De jonge hooglanders keken nieuwsgierig op, terwijl de mama’s onverstoorbaar door
bleven grazen. Die hooglanders-kalfjes zijn schattig om te zien met van die
wollige oren die op knuffelberenoren lijken.
Een-voor-een
streken spreeuwen neer op het gras. En dan ineens vloog de hele troep omhoog om
een stuk verderop neer te strijken.
Een hoopvolle
herfstdag lag in het verschiet, maar helaas hingen wat loshangende
wolkenflarden regelmatig voor de zon. Met wat flink doorstappen zou de
herfstkilte wel uit mijn lichaam verdwijnen.
Daar kwam
op het eerste stuk niet veel van. Want daar, waar de wind over de grote plas
kan waaien, zat een vinkje vlak voor mijn voeten. Hij was heel dicht
benaderbaar en een mooi model voor een foto.
Hier bij
deze koude tochthoek, hoorde ik gekwaak van de eenden; normaal ‘kwaak, kwaak’
van de gewone Wilde eend, maar ook een ander soort gekwaak: ‘krak, krak’. Krakeenden!
Oh, vandaar hun naam.
In de
luwte van de bomen was het wat aangenamer, hoewel het soms hink-stap-sprong was
om de blubberplassen te ontwijken.
Maar dit
deel is prachtig: een stukje jungle met braamtakken als lianen en verscholen
paddenstoelen en zwammen.
Als ik
even uitrust op een omgevallen stam, waar ik ben opgeklommen, zie ik een
hoornaar rondvliegen. Er blijkt een nest onder de stam te hebben. Het nest was
wel stuk, waarschijnlijk doordat het hoogseizoen voor de insecten voorbij was.
Maar nog enkele hoornaars bleven er in de buurt en vlogen erin en eruit. En oh,
hoe moest ik nu van die stam af? Gewoon een sprongetje. En hoewel ik weet dat
hoornaars minder agressief zijn dan wespen, vond ik het toch wel een beetje
eng.
Hier een aangevreten
boom; duidelijk gekomen door een bever:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten