Na het
spotten van Flamingo’s, werden we geattendeerd door boswachters dat er een stuk
of zes Zeearenden te zien waren bij het haventje van Oude Tonge. Die middag
konden we het haventje niet vinden, maar we kwamen wel terecht bij het strandje
langs de Noorder Krammer.
Alhier zagen we Dodaars en Geoorde futen, ook geen
alledaagse vogels.
De
volgende poging kwamen we wel terecht bij het haventje van Oude Tonge. Veel,
heel veel Meerkoeten en Ganzen; zelfs de eerste Tjitjaf van het jaar gehoord en
gezien, maar geen Arenden.
Tijdens
een mooie voorjaardag lunchen we bij het strandje van Ooltgensplaat. En hier
worden we aangesproken door ene Joop en zijn vrouw, ze geven ons de tip om een
kijkje te nemen in de vogelkijkhut ‘De Kluut’ aan de andere kant van de
Hellegatsplaten.
En daar
waren later Joop en zijn vrouw ook. In de verte drie roofvogels.
‘Ja, dat
zijn ze’, vertelde Joop.
‘De een is
volwassen, dat kun je zien aan de witte staart. De andere twee zijn wat jonger.
Eén heeft een gat in z’n linkervleugel, waarschijnlijk zit een veer niet goed.’
Zo babbelde hij voort.
Het hoogtepunt
kwam voot ons toen een Zeearend aan het strandje van het eilandje ging zitten eten
van een dode vis, dat daar lag. Weliswaar nog ver weg, maar toch goed genoeg om
foto’s te maken.
Joop bleek
een gezellige causeur te zijn en toen hij zich aan ons voorstelde zei hij: ‘Mijn
vrienden zeggen altijd: Joop je mond staat oop’.
Ach, waren
er maar meer van dat soort mensen. Zonder Joop hadden we de Zeearenden voor
Buizerds aangezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten