Een dikke houtduif landt op het voederhuisje. Hij is te
groot om direct erin te vliegen, daarom zit hij er bovenop en kijkt hoe hij het
beste bij het lekkere eten kan komen. Hij hipt van de ene kant naar de andere
kant; kijkt en dubt. Dan gaat hij op de schuine rand zitten, maar glijdt langzaam
naar beneden. Terug weer bovenop. Hij blijft wikken en wegen, hoe hij er in
moet komen. En dan ineens waagt’ie de sprong en zit in het huisje, hij pas er
net in. Nu kan hij smullen van het vogelvoer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten