Stampersgat,
wat een naam!
Het klinkt
als een gehucht waar niks te beleven valt. Maar wie verder kijkt dan naar de
naam, ontdekt een hele interessante geschiedenis.
Ad
perpetuam rei memoriam = ter eeuwige gedachtenis
|
Stampersgat is
zo genoemd naar de stampers, de arbeiders die in de meekrap industrie werkzaam
waren.
Meekrap
werd al in 1500 voor Chr. verbouwd om er een verfstof uit te winnen, met name
in Zuid-Azië en Egypte. Vanaf de 13e eeuw komt meekrap in Nederland voor,
vooral op de goed bemeste kleigronden in het zuidwesten van het land.
Meekrap
De plant
wordt 60-90 cm hoog en heeft kleine gele bloemen. In de grond bevinden zich
wortels die 50-100 cm in de grond steken. Na drie jaar worden de wortels
gedolven in de herfstmaanden. Dit delven was zwaar en lastig werk en werd
gedaan door ervaren, sterke mannen, meestal arbeiders die ter plekke woonden,
aangevuld met trekarbeiders.
Beeld ter ere van de Meekrapwerkers |
De wortels
werden daarna opgeslagen in meekrapstoven, die in de onmiddellijke
nabijheid van de meekrapvelden waren gelegen.
Een
meekrapstoof bestond uit drie gedeelten: een schuur voor opslag; een droogtoren
met oven voor snelle droging en een stamphuis waarin de wortels werden
verpulverd met behulp van grote stampers die met paardenkracht werden
aangedreven. Vanwege de hoge investeringskosten hadden meerdere boeren samen
één meekrapstoof, een zeer vroege vorm van landbouwcoöperatie.
Stampersgat
bezat twee meestoven, wat aangeeft dat er heel veel meekrap verbouwd werd. Niet alleen de plaatsnaam herinnert aan de meekrapcultuur, maar ook tijdens carnaval wordt Stampersgat het Meekrapdurp genoemd.
Uit de
meekrap werd de een rode kleurstof gewonnen, gerancine (van het Frans: la
garancine = meekrap). Nadat in
de 19e eeuw een kunstmatige kleurstof werd uitgevonden, was dit het
einde van de meekrapcultuur. Gelukkig vond men echter compensatie in de
opkomende suikerbietencultuur.
Suikerbieten
Gastelsche Beetwortelfabriek
Voor Stampersgat
betekende dit dat in 1866 de NV Gastelsche Beetwortelfabriek werd opgericht.
Hier was van 1881 tot 1903 Jan Frederik Vlekke directeur. Hij was heel sociaal
en voerde een christelijk-sociaal beleid in bij de 600 werknemers.
In 1908 wordt ‘de
Gastelsche’ overgenomen door NV Algemeene Suikermaatschappij (VCS) die later
weer opgaat in de Suiker Unie en bestaat ook tegenwoordig nog als suikerfabriek
‘Dinteloord’.